Iconen – Jan Foudraine


“Psychiaters schrijven heel veel. Sommige van hun boeken zijn leesbaar. Maar veel werk is gewoon niet te verteren.”

— Jan Foudraine, Wie is van hout? (1971, p.9)


Jan Foudraine was een invloedrijke Nederlandse psychiater en auteur, vooral bekend om zijn kritische kijk op de traditionele psychiatrie. Hij werd geboren in 1929 en overleed in 2016. Foudraine was belangrijk voor de antipsychiatriebeweging, die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw opkwam als reactie op de gevestigde medische benaderingen van psychische stoornissen.

Belangrijkste werk

Foudraine is vooral bekend door zijn boek “Wie is van hout…” uit 1971, een kritische beschouwing van de psychiatrische praktijken van die tijd. De titel van het boek verwijst naar een uitspraak van een patiënt die zichzelf zag als een mens en niet als een object of diagnose. In dit boek beschrijft hij zijn ervaringen en observaties tijdens zijn werk in een psychiatrisch ziekenhuis in de Verenigde Staten. In de VS kwam hij onder invloed van therapeutische benaderingen die meer nadruk legden op menselijke relaties en begrip, in plaats van op medicatie en inperking.

Invloed en kritiek

In “Wie is van hout…” pleit Foudraine voor een meer holistische en humane behandeling van mensen met psychische problemen. Hij was sterk beïnvloed door de ideeën van Ronald D. Laing en andere antipsychiatrische denkers, die psychische stoornissen meer zagen in de context van sociale en existentiële crises dan als louter biologische afwijkingen. Dit boek had een grote impact en stimuleerde het debat over de menselijke dimensie van psychiatrische zorg in Nederland en daarbuiten.

Latere carrière en leven

Na het grote succes van “Wie is van hout…”, bleef Foudraine invloedrijk in het veld van de psychiatrie, hoewel hij ook veel kritiek ontving vanuit meer traditionele hoeken van het medische veld. Later in zijn carrière wendde hij zich tot spirituele aspecten van genezing, inclusief het werk van de Indiase spirituele leraar Bhagwan Shree Rajneesh (later bekend als Osho). Zijn interesse in spiritualiteit beïnvloedde zijn latere werk en benadering van therapie en welzijn.

Jan Foudraine blijft een belangrijk persoon in de discussie over de menselijke benadering van psychiatrie. Zijn werken blijven relevant voor discussies over hoe de psychiatrie moet evolueren om de hele mens te behandelen.

Wie is van hout

Het boek uit 1971 was binnen 8 maanden al toe aan de dertiende druk. Ik ben in het bezit van de negentiende druk. (mei 1972) Door mijn interesse in Godfried Bomans, kwam ik aanraking met het interview dat hij had met Jan Foudraine. Bomans had dit interview omdat het één van de meest gelezen boeken was van dat jaar. Hieronder een stukje uit dat interview:

Uit: Godfried Bomans – van mens tot mens – De psychiatrie op de helling: ‘

Goed, laten we beginnen met vast te stellen dat er iets heel merkwaardigs is gebeurd. Een wetenschappelijk boek, dat met 5000 exemplaren een bestseller genoemd had kunnen worden, blijkt plotseling als wittebrood verkocht te worden. Dat is in Nederland een fenomeen. Er is in Nederland een een scherpe scheiding tussen populariserende wetenschappelijk arbeid, die verricht wordt door medicijnmannen die als een soort geheim genootschap in vakbladen publiceren in termen die niemand verstaat. Plotseling verschijnt er een boek dat blijkbaar een heleboel mensen begrijpen, dat niet op de hurken gaat zitten, maar wetenschappelijk verantwoord is. En de eerste vraag die dan rijst is: waarom slaat dit boek zo aan?

Foudraine: Ik geloof dat de vormgeving het belangrijkste is geweest. Ik heb daar ook het meeste plezier aan gehad.

Bomans: Wat is daar nieuw aan?

Foudraine: In de eerste plaats dat het in de ik-vorm is geschreven. Dat komt in de psychiatrische literatuur weinig voor.

Bomans: Wat is daar de reden van?

Foudraine: Dat weet ik eigenlijk niet. De Amerikanen doen het wel, die schrijven veel in de ik-vorm. In Nederland zegt men: ‘Het is onze mening dat’, of ‘wij vinden dat’, terwijl ik mij dus in dit boek niet alleen in de ik-vorm uitspreek, maar mezelf ook een beetje als de hoofdpersoon heb genomen. Een soort Odysseus, die zijn weg beschrijft.

Bomans: Ik dacht dat het geheim hier ook in lag, dat geleerden de lezer pas inlichten als ze er zijn, terwijl jij de lezer getuige laat worden van het tastend zoeken naar het doel

Vervolg interview

Het interview gaat nog even door en vervolgens merkt Bomans op, dat er al 50.000 exemplaren zijn verkocht en vraagt aan Foudraine of hij veel telefoontjes krijgt? Hierop antwoord hij dat er sympathiebetuigingen tussen zitten, maar bijvoorbeeld ook mensen in grote nood, die zich herkennen en graag met hem, of een andere psychotherapeut willen praten. Dat het boek ook een positieve uitwerking heeft en de drempel verlaagd om psychotherapeutische hulpverlening te zoeken.

Godfried Bomans vraagt of er direct hulp is voor iemand in nood? Jan antwoord hierop, dat er wachtlijsten zijn en dat je anderhalf tot twee jaar moet wachten op hulp van een psychiater. Waarop Bomans antwoord: Jan dan kan ik allang de gaskraan hebben opengedraaid. Foudraine geeft aan dat dit het grote probleem is en hij daarom het boek heeft laten eindigen met een appèl, om mankracht te trainen, snel en op een efficiëntere manier dan tegenwoordig gebruikelijk is. Hij sluit het interview af met de conclusie dat hij zichzelf wilde helpen, maar ook een belangrijke rol wilde spelen in de verandering van de psychiatrie en de toegankelijkheid ervan.

Wat ik zelf interessant vind aan dit interview is dat het bijvoorbeeld ook gaat over wachtlijst problematiek, die anno 2024 nog steeds actueel is. Alsof de tijd ruim 50 jaar heeft stilgestaan en dit maakt dit soort publicaties een interessante bron om eens wat dieper op in te zoomen.

Verder lezen?

Hieronder een aantal paragrafen uit de inleiding van dit boek en mocht je het nu willen lezen? Onder bronvermelding staat een directe link naar het boek, het boek is namelijk te vinden op de site van DBNL.

Ik wil mijn eigen gang door de psychiatrie beschrijven, mijn ervaringen opgedaan in Amerika, mijn ontmoetingen met mensen die ‘schizofreen’ genoemd worden en wat ik van hen geleerd heb.…

Kortom: ik kwam in verzet en verloor al spoedig ieder vertrouwen in de psychiatrie die mij in de boeken en ook door sommige leermeesters werd onderwezen.…

Ik kwam vooral in verzet tegen het plakken van etiketten op mensen-met-moeilijkheden en kreeg een regelrechte afkeer van het botaniseren van ‘geestes-ziektebeelden’. Ik meende dat termen als ‘neurotisch’, ‘psychotisch’, ‘schizofreen’, ‘psychopatisch’, ‘manisch-depressief’ en god-weet welke etiketten nog meer op mensen geplakt werden in ieder geval niets te maken hadden met een mysterieuze ziekte en evenmin met iets erfelijks.…

Het wordt tijd dat de psychiatrie van haar magische en geheimzinnige hoedanigheden wordt ontdaan; dat de psychiater (en de arts) van zijn voetstuk komt en dat de leek mee leert denken over datgene waar psychiaters mee worstelen. En dat is heel wat. (Foudraine, 1971)

Bronvermelding

Jan Foudraine – Wie is van hout? een gang door de psychiatrie – DBNL

  • Foudraine, J. (1971). Wie is van hout (19e ed.). Ambo